U bent hier

NWWL wandeling in de omgeving van Itteren

Als je niet alleen wilt lopen omdat je het leuker en veiliger vindt dit met meerdere mensen te doen en je contacten wilt uitbreiden, is dit een unieke kans. Wij begeleiden je door ons mooie landschap naar de prachtigste plekjes. Wil je deze sfeer proeven kom dan met ons mee. 

Beste leden en niet leden,

zondag 29 Oktober 2017, Kastelenpad deel 5.

Kenmerken van de wandeling: 
Vandaag begeleid ik jullie door de mooie natuur van Itteren en Borgharen met 2 kastelen, we lopen langs de Maas en we komen langs de koniksspaarden en het het paardengraf.
Vertrek zondag 29 oktober 2017 om 9.30 uur.
Plaats van vertrek: Grote Parkeerplaats Ruyterstraat / Brigidastraat 64, 6223 HD Maastricht.
Na afloop drinken we koffie bij de Brigidahoeve.
lengte van de wandeling ongeveer 13 km, het is een vlakke wandeling. 
Deze wandeling wordt begeleid door erkende wandelbegeleider.

Natuurlijk is deze wandeling voor NWWL leden gratis, neem wel je KWBN-pasje mee. 

Niet leden van NWWL zijn ook welkom, maar zij betalen 4,00

Met vriendelijke groeten, 

Iwan Slabbers, 

GSM; 06-8120 2404

Verticale tabs

Gebied

Geschiedenis Kasteel Hartelstein

In 1381 werd het huis, toen in bezit van Engelbert van Schoonvorst,verheven tot Valkenburgs leen. In 1451 was het in handen van Conraad van Horion en Aleidis van Tzevel, en in 1475 werd het door Gerard van Ghoor verworven door vererving. In 1598 werd het geschonken aan Charles de Billehe. In 1694 werd het aan de familie Dumont verkocht. Deze verkochten het goed aan Johan Bernard van Volckrshoven. In 1750 verkocht de familie het aan Willem van Mewen en in 1916 werd het goed, toen 114 ha omvattend, aan Almédée Tielens.

Gebouw

Het eigenlijke kasteel was waarschijnlijk een L-vormig gebouw met ommuurde binnenplaats en het werd in de 16e eeuw nog bewoond, terwijl er in 1629 nog een garnizoen in werd gehuisvest. Het kasteel was in de 18e eeuw al verdwenen, enkel de voorburcht is blijven bestaan als Kasteelhoeve Hartelstein. Direct op het terrein aansluitend ligt de zogenaamde Kleine Geul, ofwel de benedenloop van de Geul waarachter zich een gebied bevindt dat door grindwinning vergraven wordt in het kader van project Grensmaas. Tegenwoordig cafe, kringloop winkel en dakloze opvang.

Kasteel Borgharen

Bewoning vanaf de 14e eeuw
Nadat de Maastrichtenaren bij de bisschoppen van luik hadden geklaagd over de tol op de Maas, greep Adolf van Dermark in en stuurde in 1318 zijn leger op strafexpeditie naar Borgharen om een einde te maken aan de tolheffing en de vermeende beroving van handelaren. Het kasteel werd verwoest en in brand gestoken. Volgens een overlevering wist een van de bedienden daarbij te ontkomen door de belegeraars ervan te overtuigen dat hij in opdracht van de prins-bisschop diens matras uit het kasteel moest weghalen. In de 14e eeuw kwam tevens een einde aan de onafhankelijkheid van het Land van Valkenburg en werden de hertogen van brabant de nieuwe eigenaren van Borgharen. Deze gaven het kasteel opnieuw in leen aan de familie Van Haeren nadat deze weer in genade waren aangenomen.
De naam van de ridders van Haeren bleef verbonden aan Borgharen totdat een vrouwelijke erfgename huwde met ene Arnold van Hamal van Elderen, die in 1456 werd begraven in de Sint-Stefanuskerk te 's Herenelderen. Deze Arnold was bevriend met de hertog van Brabant en op zijn inspraak werd het riddergoed verheven tot een Heerlijkheid. In 1483 werd het kasteel opnieuw verwoest.
Door vererving kwam het kasteel in de 16e eeuw in bezit van de gereformeerde edelman Herman Scheiffart van Merode (zie Huis Merode). In de 17e eeuw kwamen er ook weer nieuwe bewoners. De eerste was Philibert d'Isendoorn à Blois , die het kasteel in 1647 kocht van de militair Albert van Merode. Philibert overleed in 1667 en ligt met een aantal andere familieleden begraven in de grafkelder van Kasteel Borgharen. In de brug van het kasteel is een steen ingemetseld met daarop het alliantiewapen van de families d'Isendoorn à Blois en De Agris. Omdat de bewoners van het kasteel tot 1680 protestants waren, konden de katholieke inwoners geen gebruik meer maken van de parochiekerk. Pas in 1680 werd het simultaneum ingevoerd, zoals overal elders in Staats-Valkenburg. 
De volgende bewoners waren de familie Van der Heyden à Blisia (1680-1732), de familie De Rosen (tot 1885), De Brigode de Kemlandt (tot 1935), De Selys Loungchamps (tot 1944) en vervolgens weer De Rosen de Borgharen (door huwelijk met een dochter van Eusébie barones de Selys Longchamps née de Brigode de Kemlandt).

Na de Tweede Wereldoorlog

Na de Tweede Wereldoorlog was het kasteel eigendom van Simone barones de Moffarts-barones de Rosen de Borgharen (1905-1983), dochter van Jeanne barones de Rosen de Borgharen-barones de Selys Longchamps (1881-1944). Zij verhuurde een aantal appartementen in het kasteel, onder anderen van 1946-49 aan de kunsthistoricus Joseph Timmers, die conservator was geworden van het Provinciaal Museum van oudheden, vanaf 1948 tevens hoogleraar aan de Jan van Eyck Academie. In 1953 werd het kasteel eigendom van de Amsterdamse hoteleigenaar De Cocq.
Kasteel Borgharen kwam in 1975 in bezit van het echtpaar Veenhuizen. In 1985 werd de spits van de rechter hoektoren vernield door blikseminslag. In dat zelfde jaar zijn ook de schilderingen op doek van Pierre-Michel de Lovinfosse in de grote salon verkocht. Vanaf 2005 was het kasteel grotendeels onbewoond waardoor het verval snel toesloeg en de tuin tot een ondoordringbare wildernis werd. Een deel van de inboedel, waaronder het meubilair en de wandschilderingen in de chambre romaine, werden in deze periode verkocht. De schedels van de familie d'Isendoorn à Blois uit de grafkelder werden op Ebay geveild.
In 2003 kocht de Borgharenaar Ronny Bessems de naastgelegen kasteelhoeve. De gemeente Maastricht beloonde in 2009 de restauratie van de hoeve met de Victor de Stuersprijs. De kasteelhoeve is in gebruik als bed and breakfastr. Sinds 2014 is Bessems met zijn partner ook eigenaar van het kasteel, dat ze over een periode van 15 tot 20 jaar willen restaureren

Advertentie